BURGERBERADEN

Het burgerberaad uitgelegd

In het kort

Een burgerberaad is een manier om inwoners en politici gelijkwaardig te laten samenwerken.  Een burgerberaad is een gelote groep van ongeveer 100 mensen. Samen vormen zij een afspiegeling van de samenleving (van een gemeente, regio of land), waarin iedereen zich kan herkennen.

Tijdens het burgerberaad gaan de deelnemers minimaal 5 dagen in dialoog met elkaar, begeleid door onafhankelijke gespreksbegeleiders. Deelnemers krijgen informatie aangereikt, maar ze bepalen nadrukkelijk ook zelf welke informatie  en deskundigen zij willen raadplegen.
Zo komen ze als groep tot aanbevelingen, die ze overhandigen aan de politieke opdrachtgever.  Aanbevelingen die aan vooraf gestelde voorwaarden (het mandaat) voldoen, worden overgenomen. Een monitorgroep houdt vervolgens bij in hoeverre maatregelen de  beloofde politieke opvolging krijgen.    

Waarom zijn burgerberaden nodig?

Nederland kent grote vragen die om duidelijke antwoorden smeken. Landbouw. Volkshuisvesting. Zorg. Energie. Veiligheid. Migratie. Klimaat. Het lukt politici steeds moeilijker om tot oplossingen tekomen. Debatten polariseren en problemen worden vooruitgeschoven, tot na verkiezingstijd. Tegelijk voelen veel Nederlanders zich niet vertegenwoordigd. En hebben ze weinig vertrouwen in de politiek. 
Dat kan anders.  
Wereldwijd blijkt dat inwoners door middel van burgerberaden tot haalbare aanbevelingen komen voor de moeilijkste problemen van onze tijd. Zonder polarisatie, mét oog voor verschillende perspectieven en de langetermijn. Zo zorgen burgerberaden voor een toekomstbestendige en toegankelijke democratie.

Stap 1: Er is een maatschappelijk probleem en de politiek vraagt om hulp

Ieder burgerberaad begint bij een vraag. Er is een probleem in de samenleving en het lukt de overheid (nog) niet om tot een goede aanpak te komen. Denk bijvoorbeeld aan de woningnood, het stikstofprobleem of de klimaatcrisis. Politici kunnen dan inwoners om hulp vragen door een burgerberaad te laten organiseren - of inwoners bieden die hulp aan door zelf een burgerberaad over dat onderwerp voor te stellen.

Bij een burgerberaad staat altijd open vraag centraal (dus geen 'voor-of-tegen-vraag' zoals bij een referendum). De vraag kan vanuit de politiek komen óf vanuit de samenleving. In elk geval geeft de politiek vooraf duidelijk aan wat er met de uitkomsten zal worden gedaan en op welke termijn. Dit noemen we het mandaat en plan van politieke opvolging.

Stap 2: Deelnemers worden geloot

Je kunt jezelf niet opgeven voor een burgerberaad. Uit ervaring blijkt namelijk dat 'zelfselectie' ertoe leidt dat er een oververtegenwoordiging ontstaat van wat oudere mensen met een theoretische opleiding en mensen die bovengemiddeld geinteresseerd zijn in het onderwerp. Veel andere perspectieven ontbreken.
Een onafhankelijke organisatie verzorgt daarom een gewogen loting. Dat gaat in twee rondes: eerst een willekeurige loting en dan een tweede loting onder de mensen die aangeven dat ze mee willen doen. Bij die tweede loting worden kenmerken zoals leeftijd, geslacht, woonplaats of opleidingsniveau meegenomen. Op die manier krijg je een groep mensen die een afspiegeling van de samenleving vormen is, waarin zoveel mogelijk perspectieven aanwezig zijn.

Stap 3: Het burgerberaad begint

Tijdens de eerste bijeenkomst van een burgerberaad maken de deelnemers kennis met elkaar en met het onderwerp. Dat gebeurt vaak in kleinere groepen: mensen zitten met ca. 6-8 personen aan tafel en gaan in gesprek. De eerste vraag waar ze het over hebben is niet 'Hoe gaan we de klimaatcrisis / woningnood / stikstofcrisis oplossen', maar bijvoorbeeld: 'Wat is voor jou belangrijk in het leven'. Dit soort vragen helpen deelnemers om erachter te komen wat ze met elkaar delen (in plaats van waar ze in verschillen). Vanuit deze common ground, werken ze verder aan de vraag die voorligt.

Stap 4: Dialoog - leren - dialoog

Het burgerberaad zelf is grofweg een afwisseling van dialoog (in kleinere groepen) en leren (met alle deelnemers samen).
Bij een dialoog gaat het er niet om de ander te overtuigen (zoals bij een debat), maar om meer begrip te krijgen voor elkaars perspectief. Om te zorgen dat iedereen gelijkwaardig aan het woord komt, is bij iedere tafel een onafhankelijk gespreksbegeleider aanwezig.
Het leren vindt vaak gezamenlijk plaats. Experts en (ervarings-)deskundigen informeren de deelnemers over het onderwerp. Deze worden door een onafhankelijke organisatie geselecteerd, maar deelnemers geven ook zelf aan welke informatie en expertise zij nodig hebben.

Omdat iedereen op een andere manier leert, is het belangrijk dat er bijvoorbeeld niet alleen gewerkt wordt met teksten en presentaties, maar bijvoorbeeld ook ook video’s of serious games die helpen om een onderwerp te begrijpen en afwegingen te maken.

Op basis van wat de deelnemers leren gaan zij weer in dialoog met elkaar om zo gezamenlijk naar aanbevelingen toe te werken.

Stap 5: Besluiten met consensus

Alle deelnemers komen opnieuw bijeen om de aanbevelingen uit de dialoogfase af te ronden. Deze eerste versie van de aanbevelingen wordt gezamenlijk besproken: deelnemers kunnen hier elkaar vragen over stellen en fact checkers toetsen bijvoorbeeld op juridische en financiële haalbaarheid.

Vervolgens stemmen de deelnemers over iedere aanbeveling. Mensen die niet kunnen instemmen met een bepaalde aanbeveling, geven aan welke aanpassing er voor hen nodig is om wel te kunnen instemmen. Over deze aangepaste aanbeveling wordt vervolgens opnieuw gestemd. Dit zorgt ervoor dat elke aanbeveling democratisch wordt geformuleerd en door zoveel mogelijk deelnemers wordt gesteund.

Alle presentaties van de deskundigen en de vraag-en-antwoordsessies zijn via een livestream te volgen. Ook alle documenten, getuigenissen en rapporten waar de deelnemers gebruik van maken, zijn via die website voor iedereen toegankelijk.

Stap 6: Overhandiging en politieke reactie

De aanbevelingen worden door de deelnemers samengebracht in een rapport. Daarin staat per aanbeveling hoeveel steun ervoor was. Ook aanbevelingen waar minder dan de helft van de deelnemers voor waren worden opgenomen in dit rapport, waarbij, zodat ook de minderheidsstem gehoord wordt.

De deelnemers overhandigen hun rapport aan de betrokken politicus (of politici). Deze geeft aan wanneer de politiek een publieke reactie per aanbeveling zal geven en op welke momenten er updates gegeven zullen worden over de opvolging.

Stap 7: De monitorgroep houdt een vinger aan de pols

De deelnemers stellen zelf een monitorgroep samen. Deze groep houdt contact met de betrokken politici en ambtenaren om bij te houden in hoeverre de aanbevelingen worden opgevolgd. Over die ontwikkelingen communiceert de monitorgroep met de andere (voormalige) deelnemers en met het grote publiek.

Het resultaat: democratisch zelfvertrouwen en beleid zonder blinde vlekken

Deelnemers aan een burgerberaad beginnen er vaak sceptisch aan, maar zeggen vaak na afloop: 'Dit gun ik andere mensen ook!' Ze ervaren hoe het is om met andere inwoners die heel andere opvattingen hebben dan zij, toch tot constructieve oplossingen te komen - zelfs over vraagstukken waar ze van dachten dat ze er niets zinnigs over konden zeggen. Voor veel deelnemers is meedoen aan een burgerberaad een ervaring die ze nooit vergeten, omdat ze voor het eerst democratisch zelfvertrouwen krijgen - het besef dat hun stem, hun zorg, hun behoefte, hun perspecief er wel degelijk toe doet.

Wereldwijd blijkt dat inwoners via burgerberaden tot haalbare aanbevelingen komen voor de moeilijkste problemen van onze tijd. Ze zorgen voor beleid dat gebruik maakt van de kennis, ervaring en creativeit van de samenleving - en dus tot beleid zonder blinde vlekken, zonder polarisatie, mét oog voor verschillende perspectieven en de lange termijn.

10 gouden regels voor een goed burgerberaad

Doe het goed of doe het niet

Burgerberaden kunnen tot doorbraken leiden op vastgelopen onderwerpen, ze kunnen inwoners democratisch zelfvertrouwen geven, ze kunnen leiden tot beleid zonder blinde vlekken en ze kunnen inwoners en overheid dichter bij elkaar brengen.
Maar dat kunnen ze alleen als ze goed worden voorbereid en uitgevoerd, want anders kunnen ze ook averechts werken. Het motto is dan ook 'doe het goed of doe het niet'.
Om daarbij te helpen zetten we 10 gouden regels voor een goed burgerberaad op een rij....

1. Vertrouw inwoners

Willekeurig gelote mensen kunnen zeer ingewikkelde problemen kraken, blijkt uit de wereldwijde praktijk. Van gentechnologie tot abortuswetgeving en van klimaatverandering tot AI: een onderwerp is niet snel te moeilijk of te beladen voor een burgerberaad.

Deelnemers blijken bovendien prima in staat om voorbij hun eigen belangen te kijken en zelfs beslissingen te nemen die op de korte termijn nadelig zijn voor henzelf, maar gunstig zijn voor het gemeenschappelijk belang en toekomstige generaties. Zowel politici als inwoners zelf, moeten andere inwoners dit soort complexe of gevoelige onderwerpen dus toe durven te vertrouwen.

Inwoners vertrouwen betekent ook dat de politiek op afstand blijft. Een politicus of overheid kan de opdracht geven, maar het ontwerp, de samenstelling van het programma en de uitvoering van het burgerberaad zijn in handen van een onafhankelijke organisatie.

2. Stel een goede vraag

Burgerberaden zijn niet bedoeld om ‘draagvlak te scheppen’ over al beslist beleid. Het is precies andersom: laten zien wat er leeft in de samenleving en voor welke ambitieuze ideeën van inwoners politieke daadkracht nodig is. Zorg daarom dat de vraag open, specifiek en begrijpelijk is.
Een goede vraag geeft aan wat het probleem is, maar stuurt niet richting een bepaalde oplossing. De vraag moet ook niet te groot zijn. Dat leidt tot een lange lijst van aanbevelingen en een grote kans op 'cherry picking'. Maar de vraag moet ook niet te klein, of met ja of nee te beantwoorden zijn. Een burgerberaad kost veel tijd, geld en energie: het is zonde om dat te besteden aan een veilig of klein onderwerp dat net zo goed op een eenvoudigere manier aangepakt kan worden.

3. Zorg voor een duidelijke opdracht

De politieke opdrachtgever geeft vooraf duidelijk aan wat de opdracht (mandaat) van het burgerberaad is en wat er wanneer onder welke voorwaarden met de uitkomsten zal worden gedaan (plan van politieke opvolging).
Ook is het goed om vooraf afspraken te maken over de rol van de deelnemers na afloop van het proces. Zo kan er budget gereserveerd worden om een aantal deelnemers een monitorgroep te laten vormen. Die groep kan de politieke opvolging bijhouden en daar de samenleving over informeren.

4. Neem de tijd

Een burgerberaad verdient tijd. Tijd om het proces te ontwerpen, een goede loting uit te voeren, experts en ervaringsdeskundigen te verzamelen en om een goede digitale omgeving op te zetten.

Ook van elkaar leren en delibereren kost tijd. Hoeveel bijeenkomsten een burgerberaad nodig heeft, hangt af van het onderwerp en de context (bijvoorbeeld de omvang van een gemeente). Uit onderzoek en praktijk blijkt dat deelnemers minimaal 40 uur nodig hebben om tot weloverwogen aanbevelingen te komen. Dit is een absoluut minimum: veel nationale burgerbaden in het buitenland duurden 5 tot 7 weekenden. Het klimaatburgerberaad in Frankrijk kwam bijvoorbeeld 7 keer 3 dagen samen (in een tijdbestek van zeven maanden).

Tussen de bijeenkomsten moet ook voldoende tijd zitten, zodat mensen informatie of aanbevelingen op zich in kunnen laten werken. Ga daarom uit van ca. 1 weekend per maand.

5. Werk met een gewogen loting

Een gewogen loting is cruciaal om de deelnemers aan een burgerberaad te selecteren. Zo heeft iedereen evenveel kans om mee te doen, en je bereikt mensen die niet snel uit zichzelf zouden deelnemen. Daarvoor is het wel belangrijk dat de loting eerlijk en gewogen is.

Zo’n gewogen loting verloopt in twee rondes. De eerste ronde is een volstrekt willekeurige loting, zeg van 10.000 mensen. Die mensen krijgen een persoonlijke uitnodiging om mee te doen aan het burgerberaad. Dat kan per brief, per telefoon, of zelfs door middel van een huisbezoek. Iedereen nabellen is veel werk, maar helpt om duidelijk te maken dat deelnemers geen expert hoeven te zijn. Ze worden gevraagd vanwege hun ideeën, wensen en zorgen, niet vanwege hun technische kennis.

In de tweede ronde wordt een weging toegepast op bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, postcodegebied en opleidingsniveau. Daarnaast kun je mensen ook vragen naar hun overtuiging rond het onderwerp, om zo te voorkomen dat er een oververtegenwoordiging is van voor- of tegenstanders.

6. Neem drempels voor deelname weg

Voor veel mensen is vijf weekenden weg zijn van thuis niet haalbaar omdat ze vrij moeten nemen of zorgtaken hebben. Daarom krijgen de deelnemers naast een reiskostenvergoeding meestal ook een dagvergoeding (zo’n 85 tot 100 euro per dag) en wordt er kinderopvang geregeld. Ook kunnen deelnemers een taalbuddy meenemen en is er gebarentolk voor mensen met een gehoorbeperking, zowel deelnemers als degenen die het burgerberaad via een livestream volgen.

7. Zorg voor gebalanceerde informatie en dat iedereen kan meeleren

De onafhankelijke organisatie die het burgerberaad uitvoert, zal samen met een groep experts een kennisprogramma samenstellen, waarin alle verschillende kanten van het onderwerp worden belicht. Daarnaast is het nadrukkelijk van belang dat deelnemers ook zelf informatie en sprekers kunnen aanvragen. Een onafhankelijke voorzitter heeft tot taak om te zorgen dat alle sprekers evenveel tijd hebben om hun verhaal te doen.

Omdat iedereen op een andere manier leert, is het belangrijk dat de deelnemers gebruik kunnen maken van verschillende vormen van kennisoverdracht. Gebruik dus niet alleen teksten en presentaties, maar ook video’s of serious games die helpen om een onderwerp te begrijpen en afwegingen te maken. Ook factcheckers zijn van belang. Zij kunnen voorstellen doorrekenen, zodat deelnemers weten wat de effecten ervan zijn en zodoende realistische en onderbouwde aanbevelingen doen.

Alle presentaties van de deskundigen en de vraag-en-antwoordsessies zijn via een livestream te volgen en via de website terug te kijken. Ook alle documenten, getuigenissen en rapporten waar de deelnemers gebruik van maken, zijn via die website voor iedereen toegankelijk.

8. Voer dialoog in plaats van debat

Een burgerberaad is in de eerste plaats een deliberatief proces. Dat betekent dat het gelijkwaardige gesprek het hart vormt van alle bijeenkomsten. Uitwisselen is belangrijker dan overtuigen.

Zorg dat er onafhankelijke gespreksbegeleiders aanwezig zijn om deelnemers te helpen respectvol met elkaar te praten en actief naar elkaar te luisteren. Deze gespreksbegeleiders mengen zich niet inhoudelijk in het gesprek, maar zorgen ervoor dat iedereen aan het woord komt en niemand het gesprek domineert. Ook helpen zij deelnemers (waar nodig) om een dialoog te voeren en geen debat.

9. Ontwikkel een goede publiekscampagne

Een goed burgerberaad staat in directe verbinding met de samenleving: voor, tijdens en na afloop van het proces. Al ruim voor aanvang informeert een publiekscampagne over het burgerberaad. Zo veel mogelijk mensen moeten weten dat er een burgerberaad gaat plaatsvinden, welke vraag centraal staat, hoe het geheel gefinancierd is, hoe de selectie van deelnemers en experts plaatsvindt, en wat er met de uitkomsten zal gebeuren.
Tijdens het burgerberaad moet het voor iedereen duidelijk zijn op welke informatie het burgerberaad zich baseert en waar die informatie te vinden is. Omdat lang niet iedereen de livestream zal volgen, kunnen aan het eind van iedere bijeenkomst korte video’s worden gemaakt over wat er die dag is gebeurd.
Na afloop zorgt de publiekscampagne ervoor dat voor iedereen duidelijk is wat de aanbevelingen zijn en hoe de politieke opvolging verloopt.

10. Evalueer, leer en herhaal

Eén burgerberaad maakt nog geen nieuwe democratie. Meer wederzijds vertrouwen tussen politiek en samenleving, beter beleid voor de lange termijn, minder invloed van lobbygroepen en partijbelangen – het ontstaat allemaal pas echt als burgerberaden een regelmatig terugkerend verschijnsel worden, een vanzelfsprekend onderdeel van de democratische besluitvorming.

Daarom is het van belang om ieder burgberaad te evalueren. Geen enkele burgerberaad zal meteen perfect zijn; leer van de dingen die minder goed zijn gegaan en versterk de elementen die goed waren. Gebruik die inzichten om een volgend burgerberaad nog beter te maken.

Het voordeel van vaker burgerberaden laten plaatsvinden: zowel inwoners als politici zien dat het werkt en dat er geen gekke aanbevelingen uitkomen. De mensen die deelnemen ervaren dat ze tot veel meer in staat zijn dan ze zelf vaak denken. Voor hen is het burgerberaad vaak een transformatieve ervaring, die ze andere mensen ook gunnen. Ze beseffen dat mensen zoals zij de democratie kunnen versterken en onmisbaar zijn om de toekomst vorm te geven. Die effecten werken ook door nadat een burgerberaad is afgelopen.

De meest gestelde vragen over burgerberaden

Gaat de politiek hier dan naar luisteren?

Om te zorgen dat er ook echt iets gedaan wordt met de uitkomst van een burgerberaad, geeft de politiek (bijvoorbeeld een minister of de Tweede Kamer) van tevoren een mandaat. Hierin staat duidelijk wat de vraag is. Ook geeft de politiek vooraf aan hoe en wanneer ze de aanbevelingen opvolgt. Burgers schrijven dus niet zomaar wetten: hun aanbevelingen worden door het parlement overgenomen als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen.

Een voorwaarde kan bijvoorbeeld zijn dat meer dan de helft van de bevolking een maatregel moet steunen. Het burgerberaad kan dan gevolgd worden door een preferendum of meerkeuze referendum, waarbij iedereen hun voorkeur uit kan spreken.

In 2013 gaf het Ierse Lagerhuis (de Tweede Kamer) bijvoorbeeld een duidelijke opdracht aan een burgerberaad om advies te geven over het homohuwelijk. Het burgerberaad adviseerde om dit te legaliseren. In een nationaal referendum steunde ruim 60% van de Ierse bevolking dit besluit, waarna de grondwet werd aangepast.

We hebben hier toch al verkiezingen voor? 

Klopt, maar in de praktijk blijkt dat verkozen politici er niet in slagen complexe problemen aan te pakken, omdat partijbelangen op de korte termijn het winnen van gemeenschappelijke belangen op lange termijn. Inwoners zijn onafhankelijk, omdat ze namens zichzelf spreken en niet een achterban hoeven te vertegenwoordigen. Bovendien blijken lang niet alle stemmen evenveel te tellen in Nederland. Jongeren, praktisch opgeleiden, mensen zonder budget voor lobby: in de praktijk blijkt niet iedereen even goed vertegenwoordigd. De representatieve democratie kan dus wel wat hulp gebruiken. Juist problemen die iedereen raken, zoals de klimaatcrisis, vragen om serieuze afwegingen waar de hele samenleving over mee zou moeten praten en beslissen. Inwoners hebben bovendien gezamenlijk kennis en ervaringen die de politiek niet heeft. Het burgerberaad is dus een noodzakelijke toevoeging aan de representatieve democratie.

Wie komen er dan in zo'n burgerberaad?

Loting is cruciaal om de deelnemers aan een burgerberaad te selecteren, omdat iedereen dan evenveel kans krijgt om mee te doen. Ook bereik je zo mensen die niet uit zichzelf deelnemen aan bijvoorbeeld inspraakavonden. Daarvoor is het wel belangrijk dat de loting eerlijk en gewogen is.

De deelnemers aan een burgerberaad zijn een soort mini-Nederland: samen vormen ze een goede afspiegeling van de samenleving. Dat gebeurt via een gewogen loting, wat betekent dat er bij de loting rekening wordt gehouden met bijvoorbeeld geslacht, leeftijd en woonplaats, maar bijvoorbeeld ook of je je wel of geen zorgen maakt over het klimaat. Zo zou uiteindelijk iedereen zichzelf in minstens één iemand uit het burgerberaad moeten kunnen herkennen.

Een goed burgerberaad is een gelijkwaardig gesprek tussen verschillende stemmen uit de samenleving. Daarom zitten aan elke gesprekstafel ook ervaren begeleiders die zorgen dat iedereen aan het woord komt - niet alleen de hardste schreeuwers. Iedereen krijgt bovendien dezelfde spreektijd. Of je nou de baas van Shell bent of op vrijdagen spijbelt voor het klimaat.
In de tweede ronde wordt een weging toegepast op bijvoorbeeld leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. Daarnaast kun je mensen ook vragen naar hun overtuiging rond het onderwerp.

Hebben burgers hiervoor genoeg tijd en kennis?

Niet iedereen kan zomaar een paar weekenden besteden aan een burgerberaad. Daarom ontvangen deelnemers een dagvergoeding en is er kinderopvang geregeld.

Wat betreft kennis: dat bestaat in vele soorten en maten. Je hoeft in principe niets te weten van het klimaat of het energiesysteem. Zo deden aan het klimaat-burgerberaad in Frankrijk mensen mee die nog nooit over klimaatverandering hadden nagedacht.

De kennis die belangrijk is, is de kennis die deelnemers meenemen: hun levenservaring en hun perspectief op het leven. Tijdens een burgerberaad worden deelnemers goed geïnformeerd over het onderwerp, zowel door deskundigen als door belangengroepen. Deelnemers kunnen ook zelf vragen om informatie die ze nodig hebben. Zo vroegen leden van het Ierse burgerberaad over abortuswetgeving of ze konden praten met vrouwen die spijt hadden van hun abortus, of juist de optie hadden gewild om te kiezen voor een abortus.

Hoe wordt dit georganiseerd?

Met zoveel verschillende stemmen zou je kunnen denken dat chaos en polarisatie op de loer liggen. Maar een goed burgerberaad is geen debat waarin mensen elkaar proberen te overtuigen, maar een dialoog waarin het gaat om luisteren. Deelnemers hebben een eigen mening, maar worden ook geholpen zich in elkaar te verplaatsen en naar overeenkomsten te zoeken.De organisatie van dit proces is in handen van een onafhankelijke organisatie. Die krijgt op haar beurt genoeg tijd en geld van de overheid om het burgerberaad zorgvuldig voor te bereiden. Ze leidt goede, onafhankelijke gespreksbegeleiders op die de kwaliteit van het burgerberaad waarborgen.

Is een burgerberaad links?

Nee, een burgerberaad is partijoverstijgend; het is niet links of rechts. Het burgerberaad wordt onafhankelijk georganiseerd. Het onderwerp wordt vanuit alle mogelijke perspectieven bekeken, alle geluiden zijn welkom en van te voren is niet duidelijk wat de uitkomst is.Bij een burgerberaad gaat het om het onderwerp, niet om de ideologische kleur die het in het politieke of publieke debat krijgt. Juist daarom kunnen burgerberaden zo goed helpen om politieke patstellingen te doorbreken.Over allerlei onderwerpen kunnen burgerberaden georganiseerd worden: klimaat, migratie, onderwijs, stikstof: maar anders dan in het politieke debat gaat het niet om voor- of tegen, maar om zoeken naar overeenkomsten en van daaruit de beste oplossing bedenken voor de samenleving als geheel.

En hoe vertegenwoordig je iedereen buiten het burgerberaad dan?

Een goed burgerberaad is geen eiland of achterkamertje. De hele samenleving wordt erbij betrokken. Een ruime publiekscampagne zorgt ervoor dat heel Nederland weet dat er een burgerberaad plaatsvindt, en hoe je een bijdrage kan leveren.Tijdens het Franse burgerberaad in 2019-2020 was bijvoorbeeld alle informatie die de deelnemers kregen te raadplegen via een website. Presentaties van experts en ervaringsdeskundigen waren via een livestream te volgen. Het mini-burgerberaad dat in 2021 in Amsterdam plaatsvond, stuurde vooraf een open call uit. Inwoners, bedrijven en belangengroepen konden vooraf informatie, meningen en ideeën inbrengen.

Is het een eenmalig?

Als je het ons vraagt niet. Op veel plekken waar eenmaal een burgerberaad is georganiseerd, blijven ze ermee doorgaan. Sinds het eerste burgerberaad in Ierland in 2012 worden daar over allerlei thema’s burgerberaden georganiseerd: van drugsbeleid tot biodiversiteit. In Duitstalig België en in Parijs zijn zelfs permanente burgerberaden ingesteld. Daarin nemen inwoners roulerend zitting en zij bepalen – samen met de andere inwoners – over welke onderwerpen burgerberaden moeten worden georganiseerd. De onderwerpen worden dus niet door de politiek bepaald, maar door burgers zelf.

#burgerberaad
#burgerberaad
#burgerberaad
#burgerberaad
#burgerberaad
#burgerberaad
#burgerberaad
#burgerberaad
#burgerberaad
#burgerberaad
#burgerberaad